Geschiedenis Hervormde Gemeenten Bruchem en Kerkwijk-Delwijnen(-Nederhemert)

 

Algemeen

In het uiterste zuidwesten van de provincie Gelderland ligt tussen Waal en Maas het Riviereneiland, de Bommelerwaard. Dit gebied was vroeger onbedijkt. Men heeft er dan ook veel last van overstromingen gehad. Het jaartal 1861 aan de noordzijde van de kerk in Kerkwijk herinnert aan de hoogte van de overstroming in de maand januari van dat jaar. In februari 1995 is de gehele bevolking van de Bommelerwaard één week geëvacueerd vanwege een dreigende overstroming.

In het midden van de waard treffen we nog steeds een zogenaamde stroomrug aan. Vele eeuwen geleden hebben mensen daar hun toevlucht gezocht. In de tijd voor de kerkhervorming is op één van die verhogingen een kerk gebouwd. Met de er omheen gebouwde woningen werd Kerkwijk het middelpunt van de Bommelerwaard.

Enkele kilometers naar het oosten verrees Bruchem en op dezelfde afstand naar het westen Delwijnen; een voorbeeld van een langgerekte Frankische boerennederzetting. In Kerkwijk was de hoofdkerk gevestigd en de bewoners van Bruchem en Delwijnen waren aangewezen op daar gebouwde kapellen. In Bruchem heeft het gebouw in de loop der eeuwen vele veranderingen ondergaan, maar in Delwijnen herinnert alleen de straatnaam nog aan de kapel. Daar zou ook een klooster van de Tempelieren gestaan hebben. Bovendien is dat dorp een kasteel rijk geweest. Van dat alles is daar helaas niets overgebleven.

 

Kerkgebouw Kerkwijk

De eeuwenoude kerk in Kerkwijk is in de jaren vijftig van de vorige eeuw grondig gerestaureerd. Het interieur heeft toen een ware gedaanteverwisseling ondergaan. Van de oude inrichting is niet veel overgebleven door de herbouw van de zware triomfboog, het herstel van de raampjes, het aanbrengen van een vlakke zoldering in het schip en het verplaatsen van de kansel en het orgel. Er is tijdens die werkzaamheden een zeer zeldzame hagioscoop te voorschijn gekomen. Het koor is sindsdien helder verlicht en bevat heel wat liturgische nisjes. Het kort na de bouw van het koor beschilderde houten gewelf, met een afbeelding van Christus, oordelende de levenden en de doden, is toen uit het Rijksmuseum teruggehaald. In het begin van de vorige eeuw was het daar ondergebracht. Tegelijkertijd werd toen voorzien in de bouw van een consistorie. In 1994 is de kerk in geringere mate gerestaureerd. Het orgel heeft in datzelfde jaar een flinke restauratie ondergaan. Het behoort tot één van de weinige Krusse-orgels in Nederland.

Het oudste deel van de Kerkwijkse kerk is het kort na 1100 gebouwde schip. De wanden worden in vlakken verdeeld door hoog opgaande nissen rond de venstertjes. De dagkanten ervan zijn naar het gebruik van die tijd gewit. Aan het oversneden galmgat is te zien, dat het schip eertijds lager was. De toren stamt, zoals blijkt uit de Romaanse spaarvelden en de go­tische galmgaten, uit de dertiende eeuw. Het koor, waarin tuf van het vorige gebouw is verwerkt, vertoont rijke vijftiende-eeuwse vormen in de gerestaureerde raamvullingen. In dezelfde tijd is aan de toren een traptoren toegevoegd. In de hoeken van het torengewelf bevinden zich de symbolen van de vier evange­listen.

De kansel uit de beginjaren van de zeventiende eeuw met eenvoudige panelen staat op een sierlijke voet uit de vijftiende eeuw. Op die voet zou vroeger een doopvont hebben gestaan. Het geboden- en belijdenisbord en de prachtige lichtkroon dateren uit de zeventiende eeuw. Een doophek is tijdens de restauratie van de jaren vijftig van de vorige eeuw aan het interieur toegevoegd. Daarbinnen zijn de graven van de aanzienlijken neergelegd.

 

Kerkgebouw Bruchem

Het fraaie witte kerkje in Bruchem ligt aan het Kerkplein. Het door een dakruiter bekroonde koor dateert uit de veertiende eeuw. Het dicht gemaakte smalle venster in de zuidwand wijst dit aan. Het schip werd er een eeuw later bijgebouwd en tegen 1600 voegde men er een kapel aan toe. Uit het oversneden raam blijkt, dat deze verlaagd is. Dit is waarschijnlijk in 1645 gebeurd, toen de kapel ingericht werd tot consistorie en catechisatielokaal. De muurverzwaringen in het koor duiden waarschijnlijk op een vroegere overwelving. In de zuidoostelijke sluitingswand bevindt zich een spitsbogig muurkastje. Waarschijnlijk de vroegere piscine. Helaas moesten tijdens de restauratie in 1961 vanwege de deplorabele toestand de oude kansel en de kerkenraadsbanken verwijderd worden. Het tien gebodenbord, beschilderd met een voorstelling van Mozes met de stenen tafelen, het credobord met een gesneden bekroning, de doopboog en het oude doopvont bleven bewaard.

In 1992 heeft de kerk opnieuw een uitgebreide en kostbare restauratie ondergaan en in 1996 is het stucwerk opnieuw aangebracht. In 1997 zijn de plannen gestart om het kerkgebouw uit te breiden. Vooral met het oog op drukke bezetting tijdens de morgendiensten was dit, ondanks de verdubbeling van het aantal diensten, noodzakelijk. Hoewel het een ingewikkelde opgave was bij het monumentale gebouw, is in 2004 een plan afgerond om de uitbreiding te realiseren. Eind 2004 is daarmee daadwerkelijk begonnen.

Het portaal aan de westkant, gebouwd aan het einde van de achttiende eeuw, werd afgebroken en aan die zijde van de kerk werd een nieuw stuk aangebouwd. Het dak van het nieuwe stuk is lager dan die van het schip, wat op zijn beurt weer lager is dan het dak van het koor. Door de aanbouw heeft de kerkzaal een L-vorm gekregen. De kansel is verplaatst naar het nieuwe gedeelte. De eerste kerkdienst in de uitgebreide kerk werd gehouden op 19 maart 2006.

 

Nauwe samenwerking gemeenten

Ten tijde van de kerkvisitatie van bisschop Sonnius, in 1568 behoorde Bruchem tot de parochie Kerkwijk. In de synoden van 's Hertogenbosch van 1571 en 1612, worden beide kerken onder die van dit bisdom genoemd. Sinds de overgang naar de kerk der hervorming in 1613 zijn de twee Hervormde Gemeenten Bruchem en Kerkwijk-Delwijnen nauw met elkaar verbonden, doordat deze twee gemeenten steeds één gezamenlijk predikants­plaats hadden. De eerste predikant die op de predikantenborden wordt genoemd is Johannes Verschuil (zie bijgevoegde lijst). Hij is beroepen rond 1615 en tot aan zijn emeritaat in 1632 gebleven. Bruchem en Kerkwijk-Delwijnen was van 1762 - 1766 de eerste standplaats van de bekende ds. Ahasverus van den Berg. Hij behoorde bij de negen predikanten, die de verklaring bij het authentiek afschrift der psalmen op 19 juli 1773 hebben getekend. Andere dienaren van het Goddelijke Woord dienden de gemeenten vele jaren: Hendrikus Moring 48 jaar, Abraham de Jongh 43 jaar (deze predikant kocht in 1741 de 'Gasthuijshoff', een pachtboerderij van het 'Bommelsche Gasthuijs'), Nicolaas Lange 41 jaar en Jan van Schaik 32 jaar. De Afscheiding (1834) en de Doleantie (1886) hebben in de dorpen Bruchem, Kerkwijk en Delwijnen niet geleid tot het stichten van nieuwe gemeenten buiten de Nederlandse Hervormde Kerk.  

De verbondenheid van de twee gemeenten is vooral gefundeerd in de verkondiging van het Woord van God. Vroeger ging men de ene zondag ‘s morgens in Bruchem en ‘s middags in Kerkwijk naar de kerk en de volgende zondag omgekeerd. Mede door toename van de bevolking werd vanaf 1 april 1988 in beide kerkgebouwen een ochtenddienst gehouden; toen waren er dus in totaal drie diensten per zondag. Sinds 1 februari 1993 mag in beide kerken iedere zondag twee keer het Woord bediend worden. Vanaf 30 maart 1997 tot aan de hierboven beschreven uitbreiding werden er in Bruchem dubbele morgendiensten gehouden. Vanaf de opening van het uitgebreide kerkgebouw op 18 maart 2006 is er in Bruchem weer één morgendienst.

Ook wordt veel kring- en verenigingswerk en vooral jeugdwerk gezamenlijk gedaan. De kerkenraden vergaderen meestal samen en proberen één beleid voor beide gemeenten te verwezenlijken. Sinds 6 september 1998 is met de komst van ds. A. de Lange de tweede predikantsplaats aan de combinatie van de beide gemeenten werkelijkheid geworden. In het jaar 1999 is in Kerkwijk een nieuwe pastorie gebouwd en op 9 juni van dat jaar is de nieuwe predikant deze gaan bewonen. In 2016 is de ‘oude’ pastorie in Bruchem, die dateerde van 1960, afgebroken en in 2017 is een nieuwe pastorie in gebruik genomen.

Per 1 mei 2004 heeft de fusie plaatsgevonden van de Nederlands Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken en de Lutherse Kerk. De kerkenraden van de beide gemeenten hebben besloten, ondanks vele bezwaren in de nieuw gevormde Protestantse Kerk in Nederland te blijven. In beide gemeenten kon een aantal gemeenteleden zich niet vinden in dit besluit. Zij zijn lid geworden van de per 1 mei 2004 gestichte Hersteld Hervormde Kerk. In het naburige dorp Nederhemert sloot de Hervormde gemeente zich bij deze kerk aan. De Nederhemertse hervormden die niet meegingen naar de Hersteld Hervormde Kerk, zijn in 2013 bij de Hervormde gemeente Kerkwijk-Delwijnen gevoegd, die sindsdien de naam Kerkwijk-Delwijnen-Nederhemert draagt.

Lijst van predikanten vanaf 1615

Denk aan uw voorgangers, die het Woord van God tot u gesproken hebben”. (Hebreeën 13:7)

Johannes Verschuil, beroepen rond 1615, emeritus 1632.

Theodorus Gosuini, proponent, beroepen in 1632.

Franciscus van de Water, proponent, beroepen in 1634, overleden in 1637.

Jacobus Baalde, proponent, beroepen in 1638, vertrokken naar Arkel in 1642.

Jacobus Klockins, beroepen van Aalst in 1642, overleden in 1652.

Bernardus Strijdhout, proponent, beroepen in 1653, overleden in 1657/1658.

Hendrikus Moring, proponent, beroepen in 1658, overleden in 1706.

Abraham de Jong(h), proponent, beroepen in 1707 overleden op 24 mei 1750.

Johannes Reinhardus Gerardus Haantjens, proponent te Leiden, beroepen in 1750, vertrokken naar Rossum op 15 november 1761.

Ahasverus van den Berg, proponent, beroepen in 1762, vertrokken naar Barneveld in 1766.

Willem Haringh Oudkerk, Scipio Filius, proponent bij de classis Schouwen en Duiveland, bevestigd op 16 november 1766, vertrokken naar Hontenisse op 20 mei 1781.

Nicolaus Lange, beroepen van Gellicum bij Rhenoij in 1781, overleden op 27 maart 1822.

Henricus van Noorden, beroepen van Drunen en Nieuwkuijk in 1823, vertrokken naar Veen in 1829.

Jan van Schaick, beroepen van Goudswaard, gezegd Korendijk in 1829, overleden op 11 augustus 1861.

Johannes Christiaan Eijkman, beroepen van Rinsumageest en Sybrandahuis, bevestigd op 11 mei 1862, vertrokken naar Elburg op 15 september 1874.

Johannes Eliza Steenbakker Morilyon Loysen, beroepen van Oud-Beijerland, bevestigd op 19 september 1875, vertrokken naar Naarden op 29 maart 1882.

Willem de Lange, beroepen van Zuidland, bevestigd op 20 april 1884, vertrokken naar Charlois op 7 juli 1889.

Frans Johannes Los, proponent te Leiden, bevestigd op 15 mei 1892, vertrokken naar Alkmaar op 12 april 1897.

Harmen Doornveld, beroepen van Wierden, bevestigd op 3 oktober 1897, vertrokken naar Veenendaal op 2 oktober 1901.

Wijbe Zijlstra, beroepen van Kesteren, bevestigd op 1 juni 1902, vertrokken naar Groot-Ammers op 1 november 1909.

Gerrit van Montfrans, beroepen van Rouveen, bevestigd op 15 januari 1911, vertrokken naar Ouderkerk aan den IJssel op 13 juni 1915.

Johannes de Bres, beroepen van St. Annaland, bevestigd op 1 oktober 1916, vertrokken naar St. Maartensdijk op 25 augustus 1929.

Lambert Brasser, kandidaat te Huizen, bevestigd op 14 november 1937, vertrokken naar Rijssen op 25 augustus 1946.

Albert Klein-Kranenburg, beroepen van Hagestein, bevestigd op 14 september 1947, vertrokken naar Kootwijkerbroek op 19 mei 1949.

Cornelis van den Bosch, kandidaat te Vreeswijk, bevestigd op 10 juli 1950, vertrokken naar Bodegraven op 26 september 1954.

Jakob Jongerden, kandidaat te Huizen, bevestigd op 6 mei 1958, vertrokken naar IJsselmuiden op 12 augustus 1964.

Peter Koeman, kandidaat te Huizen, bevestigd op 21 september 1965, vertrokken naar Wezep op 7 december 1969.

Gijsbertus Mulder, kandidaat te Nieuw-Loosdrecht, bevestigd op 18 september 1974, vertrokken naar Hasselt op 26 december 1978.

Leendert Willem Charles Ruijgrok, kandidaat te Nieuwersluis, bevestigd op 26 december 1980, vertrokken naar Arnemuiden op 31 maart 1986.

Lambrecht Quist, beroepen van Middelharnis, bevestigd op 27 augustus 1986, vertrokken naar Moordrecht op 26 december 1991.

Hendricus Roseboom, beroepen van Boven-Hardinxveld, bevestigd op 29 augustus 1992, vertrokken naar Hollandscheveld op 21 april 2003.

Albertus de Lange, beroepen van Fort Macleod, Canada, bevestigd op 6 september 1998, vertrokken naar Oldebroek op 14 augustus 2005.

Dirk Breure, beroepen van Barneveld, bevestigd op 4 april 2004, vertrokken naar Waarder op 22 maart 2009.

Leendert van Rees, kandidaat te Nieuw-Lekkerland, bevestigd op 30 september 2007, eervol ontheven van werkzaamheden per 1 augustus 2015.

Cornelis Hendrik Bijl, beroepen van Nieuwland-Oosterwijk, bevestigd op 13 juni 2010, vertrokken naar Waddinxveen op 17 mei 2015.

Anthonie van Zetten, proponent te Lienden, bevestigd op 6 december 2015, vertrokken naar Bennekom op 18 oktober 2020.

Anne Nicolaas van der Wind, beroepen van Hollandscheveld (Rehobothgemeente), bevestigd op 10 september 2017.

Jozef Paulus Jacobus Voets, beroepen van Ridderkerk-Slikkerveer (Wilhelminakerk), bevestigd op 27 juni 2021.