Identiteit van de Gemeenten

De gemeenten zijn in de eerste plaats een gemeente des Heeren, die haar bestaan dankt aan de verkiezende liefde van de Vader en Zijn vergaderend werk. De gemeenten zijn daarom meer dan een organisatie waarin mensen samenkomen en samenwerken.
De gemeenten zijn een levend lichaam, waarvan Christus het hoofd is, waarin leren, vieren, bidden en diaconaal bezig zijn, centraal staan.
Het gaat om het werk van Christus, Die de gemeenten uit de wereld geroepen heeft. Gemeenteleden zijn geroepen trouw te zijn onder de bediening van het Woord, te volharden in het geloof en vrucht te dragen, elkaar vast te houden en dienstbaar te zijn, zowel binnen de gemeenten als naar buiten toe.
In het midden van de gemeenten werkt de Heilige Geest met name in de verkondiging. In het hart van de gemeenten staat een Schriftuurlijke en appellerende Woordverkondiging in de zondagse erediensten en op de christelijke gedenkdagen. Daarbij geldt de Bijbel als het onfeilbare Woord van God, gezaghebbend voor leer en leven. In de sacramenten van de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal, belijden en ervaren de gemeenten de verbondstrouw van God en de gemeenschap met Christus en met elkaar.
De gemeenten belijden het algemeen ongetwijfeld christelijk geloof zoals beschreven is in de drie algemene belijdenisgeschriften van de kerk:

  • de Apostolische Geloofsbelijdenis
  • de Geloofsbelijdenis van Nicea
  • de Geloofsbelijdenis van Athanasius

De gemeenten willen staan in de traditie van de gereformeerde Reformatie en trouw zijn aan de belijdenis van het voorgeslacht. Zij achten zich dan ook gebonden aan de drie bijzondere belijdenisgeschriften van de kerk - de Drie Formulieren van Enigheid - namelijk de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. De grondslag en enige concretiseringen daarvan zijn verwoord in de preambule die als bijlage bij de Plaatselijke Regeling is opgenomen.